Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
begrippenlijst [2025/03/14 10:18] – [Wongbouwcorporaties] stefan | begrippenlijst [2025/03/14 10:23] (huidige) – [Wongbouwcorporaties] stefan | ||
---|---|---|---|
Regel 130: | Regel 130: | ||
==== Wongbouwcorporaties ==== | ==== Wongbouwcorporaties ==== | ||
- | WWS punten: Het woningwaarderingsstelsel is een puntensysteem dat de kwaliteit van een huurwoning meet, door voor verschillende woningkenmerken punten te geven. Het WWS is door de overheid vastgesteld om de maximale huurhoogte te reguleren. | + | * WWS punten: Het woningwaarderingsstelsel is een puntensysteem dat de kwaliteit van een huurwoning meet, door voor verschillende woningkenmerken punten te geven. Het WWS is door de overheid vastgesteld om de maximale huurhoogte te reguleren. |
- | DAEB: De voorraad bestemd voor sociale verhuur. | + | |
- | Niet-DAEB: De voorraad die bij nieuwe verhuringen verhuurd mag worden in de vrije sector. | + | |
- | Maximale huur: Afhankelijk van het aantal punten volgens het WWS heeft elke woning wettelijk een maximale huur. Dit geldt voor woningen tot de huurtoeslaggrens van € 879,66 bij 145 punten (prijspeil 2024). Vanaf 1 juli 2024 geldt dit ook voor nieuwe verhuringen van woningen tot de middenhuurgrens van € 1157,95 bij 186 punten. | + | |
- | Netto huur: De huur min de huurtoeslag. | + | |
- | * Voor de huurtoeslag zijn een aantal door de overheid vastgestelde huurprijsklassen van belang: | + | * Voor de huurtoeslag zijn een aantal door de overheid vastgestelde huurprijsklassen van belang: |
- | * Basishuur: de huur die huurtoeslagontvangers zelf moeten betalen. De basishuur is afhankelijk van het huishoudentype. De basishuur stijgt mee met het inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de basishuur en hoe groter het deel van de huur dat iemand zelf moet betalen. | + | * Basishuur: de huur die huurtoeslagontvangers zelf moeten betalen. De basishuur is afhankelijk van het huishoudentype. De basishuur stijgt mee met het inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de basishuur en hoe groter het deel van de huur dat iemand zelf moet betalen. |
- | * Kwaliteitskortingsgrens: | + | * Kwaliteitskortingsgrens: |
- | * 2e Aftoppingsgrens: | + | * 2e Aftoppingsgrens: |
- | * Huurtoeslaggrens: | + | * Huurtoeslaggrens: |
+ | * Huurharmonisatie: | ||
+ | * De huur van een woning mag eenmaal per jaar verhoogd worden. Voor de meeste woningen gebeurt dat op 1 juli. Voor sociale huurwoningen die woningcorporaties verhuren wordt de jaarlijkse huurverhoging grotendeels vastgelegd door regelgeving van de overheid. | ||
+ | * Huursom: de totale huuropbrengsten van alle huurwoningen bij elkaar. | ||
+ | * Huurquote: Aandeel van het inkomen dat naar huur gaat, na correctie huurtoeslag. | ||
+ | * Betaalrisico: | ||
+ | * EP2: is een berekening van de gemiddelde primaire fossiele energievraag van de woningen. Dit gaat om een theoretische energievraag. In Nederland zijn energielabels (A++++ t/m G) de bekendste graadmeter voor duurzaamheid van woningen. De energielabels worden gegeven op grond van de EP2-berekening. Hoe lager de EP2, hoe duurzamer de woning. Woningen met label B hebben een EP2 tussen 160 en 190. De energielabels per woning worden geregistreerd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een geregistreerd label van niet ouder dan 10 jaar is verplicht wanneer de woning opnieuw verhuurd wordt. Een pre-label is het label dat de woning heeft op grond van de EP2, maar dat nog niet als label bij de RVO is geregistreerd. | ||
+ | * Warmtevraag: | ||
+ | * Type vastgoed | ||
+ | * Woningcorporaties hebben verschillende typen vastgoed in eigendom: | ||
+ | * Zelfstandige woningen hebben een eigen voordeur, keuken en toilet. | ||
+ | * Onzelfstandige woningen delen keuken, voordeur en/of toilet. | ||
+ | * Intramuraal zorgvastgoed: | ||
+ | * Maatschappelijk onroerend goed: bijvoorbeeld een buurthuis of bibliotheek of school. | ||
+ | * Bedrijfsonroerend goed: bedrijfs- of kantoorruimte voor verhuur. | ||
+ | * Grondpositie: | ||
+ | * De financiële positie van corporaties kun je beoordelen met een aantal ratio' | ||
+ | * ICR - Interest Coverage Ratio: in hoeverre is een corporatie in staat (geweest) om de rente te betalen vanuit de huurinkomsten; | ||
+ | * LTV - Loan to value. deze ratio geeft aan hoeveel geld er is geleend ten opzichte van de totale waarde van het vastgoed; | ||
+ | * Solvabiliteit - ook wel weerstandsvermogen: | ||
+ | * In de berekeningen wordt uitgegaan van de beleidswaarde en niet de marktwaarde. Dit betekent dat er rekening mee wordt gehouden, dat woningen met een betaalbare huur worden verhuurd en niet voor de marktwaarde. | ||