handleding_veerkrachtkaarten

Dit is een oude revisie van het document!



Aedes-datacentrum juli 2024

Deze handleiding geeft een toelichting op de veerkrachtkaarten in het Aedes- datacentrum.

De handleiding start met een uitleg over veerkracht, wat is het en waarom is het belangrijk er inzicht in te hebben? Daarna volgt een toelichting op de kaarten. Wat betekenen de gebruikte kleuren op de kaarten? Hoe moeten de kaarten worden gelezen en geïnterpreteerd? Hoe kunnen buurten, wijken en gemeenten onderling worden vergeleken? Welke gebieden vragen wel of geen focus? Tot slot worden 4 handelingsperspectieven toegelicht waarmee woningcorporaties kunnen sturen op veerkracht.

Deze handleiding staat ook onder de knop 'download’ en ‘achtergrond- informatie’ op de website. De links onder de kaarten op de website verwijzen weer terug naar deze handleiding.

Voor de veerkrachtkaarten wordt gebruik gemaakt van een combinatie van gegevensbronnen:

  • de microdata van het CBS
  • de dimensie ‘overlast en onveiligheid’ van de Leefbaarometer
  • de WoonZorgwijzer.

Wijken en buurten

In de meeste buurten en wijken leven mensen tevreden samen op een manier die hen past. Er zijn ook gebieden waar belemmeringen het prettig samen- leven in de weg staan. Dit uit zich in overlast en onveiligheid in het gebied.

Dat komt vaker voor in buurten en wijken waar veel bewoners geen werk hebben, een deel van de bewoners te maken heeft met licht verstandelijke beperkingen en/of een relatief groot deel afhankelijk is van een uitkering. Hierdoor ervaren vrij veel bewoners problemen met de (psychische) gezondheid en/ of worstelen bewoners met schulden. Een kleiner deel heeft ook te maken met verslavingsproblemen. Kortom, in veel van dergelijke buurten en wijken verkeert een flink deel van de bewoners in een kwetsbare positie en is daardoor vaak beperkt zelfredzaam. Als in een buurt veel kwetsbare mensen minder zelfredzaam zijn, staat vaak ook de samenredzaamheid onder druk. Vanwege deze combinatie vragen deze gebieden vanuit maatschappelijk perspectief en het perspectief van de bewoners extra aandacht. Het betreft vaak buurten waar veel woningen van corporaties staan.

De betekenis van veerkracht

Een situatie in een gebied kan vragen om aandacht, de ontwikkelingen in een gebied geven de urgentie aan en bovenal hoe en waarop deze te richten. Landelijk onderzoek ‘Veerkracht in het corporatiebezit’ laat zien dat een toenemende concentratie van wetsbare bewoners in een gebied vaak samengaat met meer overlast en onveiligheid. Veerkracht zegt iets over hoe een specifieke buurt weet om te gaan met deze toenemende concentratie. In een veerkrachtige buurt is de samenredzaamheid van de bewoners en organisaties (zoals politie, onderwijs, welzijns- en zorgorganisaties) voldoende om te voorkomen dat bij een toename van het aandeel kwetsbare bewoners de problemen (verder) toenemen. Buurten die het aan veerkracht ontbreekt, vragen meer of andere aandacht dan voorheen.

Problemen en concentraties, oorzaak en gevolg

De constatering dat er een samenhang bestaat tussen het aandeel bewoners in een kwetsbare positie en de mate van overlast en onveiligheid, geeft aanleiding voor discussie over oorzaak en gevolg. Aan de ene kant is er bij deskundigen de overtuiging dat concentratie van kwetsbare groepen leidt tot problemen met overlast en onveiligheid. De logica is dat de zelfredzaamheid van mensen die behoren tot de kwetsbare groepen op onderdelen minder is en dat deze verminderde zelfredzaamheid bij individuen de druk op de buurt vergroot. Tegelijkertijd zorgt een grotere concentratie bewoners in een kwetsbare positie ervoor dat de samenredzaamheid lager is. Dat komt omdat mensen individueel en gezamenlijk minder goed weten om te gaan met die extra druk, of deze zelfs doen escaleren.

Andere deskundigen wijzen erop dat de grote problemen in gebieden met een hoger concentratie van kwetsbare groepen vooral het gevolg zijn van 2 andere factoren. In de eerste plaats een gebrek aan keuzevrijheid voor deze kwetsbare groepen waardoor zij vaak terecht komen in de wijken waar vaak al veel problemen spelen. Op de tweede plaats een falend sociaal beleid, ongeacht waar men woont. In deze benadering heeft de concentratie zélf weinig te maken met de problemen in een gebied.

In het verlengde daarvan ligt het meer voor de hand om de oplossing van de problematiek te zoeken in de kwaliteit van de leefomgeving en de inzet vanuit het sociale en veiligheidsdomein.

De veerkrachtonderzoeken beslechten de discussie nadrukkelijk niet, maar maken het wel aannemelijk dat allebei waar is. Een wijk met veel problemen gaat veelal samen met een concentratie van bewoners in een kwetsbare positie en een concentratie van bewoners in een kwetsbare positie gaat veelal samen met meer problemen.

Situatie kaartoverleggers in BRES:

  • Aedes corporatiebezit 2022
  • Aedes focuskaart 2022
  • Aedes focuskaart tov gemeente 2022
  • Aedes kwetsbare bewoners 2022
  • Aedes overlast-onveiligheid 2022
  • Aedes overlast-onveiligheid tov gemeente 2022

Kaarten die de situatie weergeven

De situatiekaarten (kaarten 1 t/m 4) tonen als het ware een foto van de situatie in het gekozen jaar. Er kan een kaart worden geselecteerd met peildatum 2014, 2018, 2020 en 2022. Daarbij geeft kaart 2 weer hoe de situatie is op het gebied van overlast en onveiligheid en laat kaart 3 zien in welke mate er in een gebied be-woners in een kwetsbare positie wonen. De focuskaart (kaart 4) combi-neert beide kaarten, zodat getoond wordt naar welke gebieden veel of juist weinig aandacht uit hoeft te gaan. Om te kunnen zien hoe dit sa-menhangt met het aandeel sociale huurwoningen in een gebied, toont kaart 1 het aandeel corporatiebezit.

Het niveau van overlast en onveiligheid kan worden weergegeven ten opzichte van het gemiddelde van Nederland of ten opzichte van het ge-meentelijk gemiddelde. Het eerste biedt de mogelijkheid gemeenten met elkaar te vergelijken. Het tweede biedt de mogelijkheid om de gebieden binnen een gemeente beter met elkaar te kunnen vergelijken. De kaarten die de gemeentelijke situatie als uitgangspunt nemen, sluiten vaak nauw(er) aan bij de beleving van bewoners en lokale professionals. Deze kaarten zijn vooral nuttig in gemeenten waar het niveau van overlast en onveiligheid flink afwijkt van het landelijk gemiddelde. Deze gemeenten kleuren landelijk dan vrijwel geheel groen of rood, terwijl er binnen de gemeente wel relevante verschillen worden ervaren. Ook de focuskaart kan worden weergegeven zowel met de overlast en onveiligheid afgeme-ten aan het landelijke, als aan het gemeentelijke gemiddelde.

Gebieden die focus vragen

De gebieden waar veel tot zeer veel bewoners in een kwetsbare positie wonen en veel tot zeer veel problemen zijn op het gebied van overlast en onveiligheid, kleuren op de focuskaart rood of donkerrood (kaart 4, zie legenda hieronder). Een situatie waar zich deze combinatie voordoet, geeft – puur bezien vanuit de data – alle reden voor een nadere analyse omdat het gebied vanuit maatschappelijke perspectief en dat van de bewoners vermoedelijk aandacht vraagt. Dit zijn de focusgebieden. Dit geldt – hoewel in mindere mate - ook voor de bruine gebieden op de kaart.

Gebieden die geen focus vragen

Gebieden waar bovengemiddeld of zelfs veel problemen spelen en waar op datzelfde moment weinig tot zeer weinig bewoners in een kwetsbare positie wonen, kleuren paars, roze, lichtpaars of lichtbruin. Hier spelen over het algemeen andere problemen dan in de focusgebieden. Het kan gaan om problemen als gevolg van winkelend of uitgaand publiek, maar ook om bijvoorbeeld parkeerdruk rond een recreatieplas. Deze kleuren komen dan ook relatief vaak voor in het centrum van gemeenten en rondom recreatievoorzieningen. Deze gebieden vragen een andere aanpak dan de focusgebieden.

In gebieden die groen kleuren op de kaart spelen weinig problemen op het gebied van overlast en onveiligheid. In de groene en donkergroene gebieden wonen daarbij weinig tot zeer weinig bewoners in een kwetsbare positie. Dit zijn vaak de duurdere woongebieden, met weinig sociale huur. De lichtgroene gebieden zijn vaak populaire corporatiebuurten of dorpen. De precieze achtergrond bij de situatie kan per regio natuurlijk sterk verschillen.

Ontwikkel kaartoverleggers in BRES:

  • Aedes kwetsbare bewoners ontwikkeling 2022
  • Aedes overlast-onveiligheid tov gemeente ontwikkeling 2022
  • Aedes overlast-onveiligheid ontwikkeling 2022
  • Aedes veerkracht 2022
  • Aedes veerkracht tov gemeente 2022

Kaarten die de ontwikkelingen weergeven

De ontwikkelingskaarten (kaarten 5 t/m 7) tonen als het ware de film over de periode 2014 – 2022. Daarbij biedt kaart 5 inzicht in de ontwikkeling van de overlast en onveiligheid in die periode en laat kaart 6 zien hoe het aandeel bewoners in een kwetsbare positie zich in de periode heeft ontwikkeld. De veerkrachtkaart (kaart 7) combineert beide ontwikkelingen zodat een indicatie wordt verkregen van de gebieden die meer, minder of andere aandacht vragen dan de afgelopen periode.

Voor de gebieden die signalen vertonen van weinig veerkracht – waar dus sprake is van een toename van bewoners in een kwetsbare positie en van meer problemen – laten de veerkrachtkaarten naast de ontwikkelingen, ook zien wat het niveau van overlast en onveiligheid is in 2022. De ontwikkeling van overlast en onveiligheid kan worden weergegeven ten opzichte van het gemiddelde van Nederland of ten opzichte van het gemeentelijk gemiddelde in diezelfde periode. Het eerste biedt de mogelijkheid gemeenten met elkaar te vergelijken. Het tweede biedt de mogelijkheid om de gebieden binnen een gemeente beter met elkaar te kunnen vergelijken. De kaarten die de gemeentelijke situatie als uitgangspunt nemen, sluiten bovendien vaak nauw(er) aan bij de beleving van bewoners en lokale professionals. Ook de veerkrachtkaart kan worden weergegeven met de overlast en onveiligheid afgemeten tegen het landelijke en het gemeentelijke gemiddelde.

Bij een afname van het aandeel bewoners in een kwetsbare positie spreken we niet van veerkracht of het ontbreken daaraan. Gemiddeld genomen gaat zo’n afname samen met een verbetering van de overlast en onveiligheid, maar dat is geen wetmatigheid. De veerkrachtkaarten geven aan waar die samenhang zich wel voordoet en waar niet.

Gebieden met weinig veerkracht

Gebieden waar het aandeel bewoners in een kwetsbare positie toeneemt en waar dit samengaat met meer problemen van overlast en onveiligheid kleuren donkerrood, rood of lichtrood. Dat is een signaal dat het gebied niet de veerkracht heeft om veranderingen op te vangen.

De gebieden die rood tot donkerrood zijn gekleurd (kaart 7, zie legenda hieronder) combineren dat gebrek aan veerkracht met vrij veel tot veel problemen. De situatie in deze gebieden vraagt sowieso al veel aandacht , zeker als dit gebied ook op de focuskaart naar voren komt. Maar in deze gebieden lijkt bovendien dat de aandacht die de gebieden de laatste jaren hebben gekregen niet effectief is. De gebieden vragen zeker een goede probleemanalyse, om op basis daarvan te komen tot meer of andere aandacht.

Gebieden die lichtrood kleuren tonen ook signalen van weinig veerkracht, alleen heeft dat vooralsnog slechts beperkt tot problemen geleid. Een gebied met weinig veerkracht en nog weinig problemen, vraagt – na een nadere analyse – vaak om preventief en proactief handelen.

Gebieden met veerkracht

Omgekeerd hebben gebieden die groen of geel kleuren juist wel veerkracht of enige veerkracht. In deze gebieden is wel sprake van een toenemende concentratie van bewoners in een kwetsbare positie, maar is de overlast en onveiligheid ongeveer gelijk gebleven of zelfs positief ontwikkeld. Het hebben van veerkracht betekent nadrukkelijk niet dat er geen problemen zijn, maar wel dat het gebied – de bewoners en de lokale organisaties samen – de kracht heeft getoond om te verhinderen dat de toenemende concentratie van kwetsbare bewoners samengaat met een toename van problemen qua overlast en onveiligheid. In deze gebieden kunnen lessen worden geleerd over wat de achtergrond is bij die veerkracht: wat moet voor dit gebied behouden blijven (‘sterkhouders’) en wat kunnen andere gebieden hiervan opsteken?

Gebieden met een afname van kwetsbare bewoners

In de gebieden die op de kaart paars of lichtpaars kleuren neemt het aandeel kwetsbare bewoners af en spreken we dus niet in termen van veerkracht.

In de gebieden met een paarse kleur combineert de afname van kwetsba-re bewoners met een afname van problemen. Als hier wordt gestuurd op een afnemende concentratie kwetsbare bewoners, is dit goed nieuws. De aanpak van de afgelopen jaren lijkt dan effectief. Tegelijkertijd weten we dat de ontwikkeling van problemen in een gebied van meer afhankelijk is dan van het aandeel kwetsbare bewoners alleen. Bovendien kan het ook zijn dat de problemen niet zijn verholpen, maar zijn verplaatst.

De gebieden die lichtpaars kleuren kennen wel een afname van bewoners in een kwetsbare positie, maar geen afname van problemen. Dit zijn vaak buurten waar het niveau van overlast en onveiligheid al erg ongunstig is (zie focuskaarten). Het kan daarbij ook gaan om buurten met specifieke problemen die weinig te maken hebben met de aanwezigheid van kwetsbare bewoners. Bijvoorbeeld buurten met een toenemend aantal geweldsmisdrijven in uitgaanscentra. Of met een toenemende parkeerdruk bij een recreatieplas. De combinatie afname kwetsbare groepen en toename problemen laat ook zien dat de ontwikkeling van problemen niet uitsluitend te maken heeft met de ontwikkeling van het aandeel kwetsbare bewoners in een gebied. Er zijn tal van andere omstandigheden die invloed hebben. Bijvoorbeeld de mate waarin bewoners zich in het gebied met elkaar en instituties verbonden voelen, de staat van de gebouwde omgeving en ook de mate waarin de bewoners in het gebied de benodigde zorg en/of ondersteuning krijgen. Gebieden die lichtpaars kleuren verdienen een nadere probleemanalyse, op basis waarvan gekomen kan worden tot een andere/bredere aanpak (zie hoofdstuk 4). De gebieden waar het aandeel bewoners in een kwetsbare positie gelijk is gebleven kleuren op de kaart grijs.

De kaarten hebben een signalerende werking

De informatie van de veerkrachtkaarten is betrouwbaar en gedetailleerd; toch hebben de kaarten alleen een signalerende waarde. Als een gebied op de focus- of veerkrachtkaart een rode kleur krijgt, is er reden na te gaan wat daarbij de achtergrond is en of er aanleiding is het bestaande beleid te heroverwegen. In veel gevallen is dat er dan ook. Een heroverweging van beleid vraagt altijd om een nadere probleem- en kansenanalyse. De kaarten met onderliggende indicatoren helpen daarbij maar doen geen uitspraken over het te voeren beleid. De toegevoegde waarde van de veerkrachtkaarten komt pas volledig tot recht als de geboden in-formatie wordt gekoppeld aan het bestaande beleid en wordt verrijkt met de kennis en ervaring van de mensen uit de praktijk.

De ervaring leert dat de kaarten worden begrepen en herkend door professionals van woningcorporaties, door bewoners en ook door andere partijen in de wijk. De dialoog over de kaarten, het verhaal achter de cijfers, is noodzakelijk om te komen tot goede probleemanalyses en een effectieve aanpak.

Op basis van een goede probleem- en kansenanalyse kan een passend pakket van maatregelen worden opgesteld. Uit kwalitatief onderzoek en toepassingen van de veerkrachtkaarten bij woningcorporaties, ontstaan 4 handelings- perspectieven. Deze kunnen betrekking hebben op bewoners of op de fysieke kenmerken van een gebied. In gebieden waar de veerkracht onder druk staat, kan het gaan om ‘het beter omgaan met gebieden met een hoge concentratie kwetsbare bewoners’ en om interventies gericht op het tegengaan van (verdere) concentraties.

De 4 handelingsperspectieven op hoofdlijnen:

1. Investeren in bewoners versterkt de veerkracht van gebieden. Wanneer er sprake is van een concentratie van kwetsbare bewoners, dan vraagt dat een bovengemiddelde sociale aanpak. Voor een woningcorporatie gaat het hierbij om intensief sociaal beheer, zoals de aanwezigheid van aanspreekbare en vertrouwde medewerkers in de wijk voor bewoners. De opgave te investeren in pagina 9extra aandacht door gezondheidszorg en maatschappelijke ondersteuning, voor scholing, armoedebestrijding en het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. Het gaat ook over het stimuleren van ontmoetingen en het faciliteren van bewonersinitiatieven. Investeren in bewoners vraagt vooral veel van de samenwerking tussen al deze organisaties en bewoners.

2. De kwaliteit van de leefomgeving van mensen draagt bij aan de veerkracht. Juist het leven van kwetsbare bewoners – veruit het grootste deel heeft geen inkomen uit werk – speelt zich af in de buurt. Dat vraagt intensief beheer van zowel de woningen en voorzieningen als van de openbare ruimte. Ook de aanwezigheid en kwaliteit van de buurtvoorzieningen en ontmoetingsplekken beïnvloedt de veerkracht. Ook op dit handelings- perspectief is veel winst te behalen als de beheerders van de gebouwde omgeving (woningcorporatie, gemeente, zorg, welzijn etc.) nauw samenwerken.

3. Als een toenemende concentratie van kwetsbare bewoners leidt tot minder samenredzaamheid en meer problemen, is er reden te onderzoeken of het wenselijk is die concentraties tegen te gaan. Dat kan via een aanpassing van het woningprogramma door woningen met te weinig kwaliteit te vervangen, door woningen samen te voegen of te splitsen, of door woningen toe te voegen. Daarbij is het zaak het woningbouwprogramma aan te laten sluiten op bewoners die eenzelfde leef- en woonwens hebben, zowel met elkaar als met het gebied.

4. Een andere manier om de bewonerssamenstelling in een bepaald gebied te veranderen, is de bestaande woningen anders te gebruiken. Corporaties hebben verschillende mogelijkheden waarmee ze actief kunnen sturen op het woninggebruik. Via het huurprijsbeleid bijvoorbeeld kan invloed worden uitgeoefend op zowel de instroom als de uitstroom in een wijk. Hetzelfde geldt voor de afspraken die worden gemaakt over de woonruimteverdeling en de wijze voor vrije toewijzing. Daarnaast kan worden gedacht aan verkoop van woningen, de ontwikkeling van bijzondere woonconcepten en/of aan gerichte informatievoorziening zodat mensen bewuster kiezen voor de wijk waar ze gaan wonen.

Toepassingen in de praktijk

De heroverweging van beleid en het pakket van maatregelen kan betrek-king hebben op het niveau van de gemeente (of zelfs regio) en op het niveau van een buurt. Dikwijls komen de leefbaarheidsproblemen aan het licht in een beperkt aantal buurten, maar liggen de oplossingen op het niveau van de gemeente of zelfs de regio.

Voor de uitwerking kan worden gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak. Daarbij kan, na een probleem- en kansenanalyse vanuit verschillende invalshoeken, een definitie van succes voor de buurt worden geformuleerd. Op basis daarvan kan een samenhangend pakket van handelings- perspectieven worden benoemd. Vaak heeft dat pakket ook concrete consequenties voor andere buurten. Zo kan een buurt verbeteren als het aandeel goedkope woningen wordt teruggebracht, maar vraagt de beschik- baarheid van betaalbare woningen wel compensatie in andere buurten. Daar raakt de gebiedsgerichte aanpak het gemeentelijke of zelfs regionale niveau. De veerkrachtkaarten bieden inzicht in hoe de opbouw van de samenleving zich ruimtelijk gezien ontwikkelt. Tonen de kaarten een stad of regio waar mensen ongeacht inkomen of mate van zelfredzaamheid nog blijven ontmoeten of tonen ze in toenemende mate een stad of regio met 2 gezichten? De veerkrachtkaarten bieden woningcorporaties – maar ook andere maatschappelijke organisaties – inzicht in de lange termijn ontwikkelingen die aanleiding kunnen zijn tot een heroverweging van beleid. pagina 11Er zijn meerdere woningcorporaties waar de veerkrachtkaarten een belangrijk onderlegger zijn voor het ondernemingsplan. Er zijn eveneens voorbeelden van gemeenten die de veerkrachtkaarten hebben gebruikt als onderlegger bij de woonvisie of de woonzorgvisie.

De veerkrachtkaarten worden door een toenemend aantal woningcorporaties gebruikt als onderlegger voor het strategisch voorraad- en onderhoudsbeleid. Daarin werden vaak al gegevens gebruikt over de staat van het bezit, de huurinkomsten, de rendementen en de markt. De veerkrachtkaarten voegen daaraan toe in welke gebieden vanuit maatschappelijke optiek meer, minder of andere aandacht gevraagd is. Er zijn inmiddels ook meerdere voorbeelden van woningcorporaties waar de veerkracht van een gebied onderdeel uitmaakt van het investeringsafwegingskader.

Tenslotte – hoewel al eerder benoemd – functioneren de veerkrachtkaarten bij veel woningcorporaties als een effectief middel voor dialoog over wat er moet gebeuren in een complex, buurt, wijk of zelfs stad. De-ze dialoog draagt bij aan de effectiviteit van het werk van een woning-corporatie, omdat medewerkers van de verschillende afdelingen – van ontwikkeling, onderhoud, verhuur tot sociaal beheer – openlijk overleg voeren. Ieder vanuit zijn eigen vakkundigheid, doelstellingen en logica, maar wel op basis van dezelfde uitgangssituatie (de veerkrachtkaarten) en ten dienste van het gezamenlijke oogmerk (missie).

Lees ook de praktijkvoorbeelden:
https://aedes.nl/leefbare-en-veilige-wijken?lay-over=veerkrachtkaarten